Supply Chain Finance

Toonaangevende Supply Chain Finance innovatie in het MKB

NBK, opgericht in 1919, met vestigingen in Spijkenisse en Schiphol, levert een breed scala aan logistieke diensten voor haar klanten, zoals forwarding, warehousing, lucht- en zeevracht, wegtransport en value-added logistics. De organisatie bedient de markt vanuit een drietal “business-units”, chemie, accijnsgoederen en stukgoed, met als doel de klant volledig te ontzorgen en zo een lange termijn relatie op te bouwen. Inzicht hebben in de werkelijke behoefte van de klant en innovatie is daarin van groot belang. Hierbij hoort in de visie van NBK ook een gezonde financiële bedrijfsvoering, zonder rekening courant krediet en bancair vreemd vermogen. NBK neemt daarmee een bijzondere positie in, niet alleen binnen haar sector maar ook ten opzichte van haar klanten. Juist deze focus op innovatie en een gezonde financiële huishouding leidde tot de ontwikkeling van een zeer innovatief Supply Chain Finance concept.

NBK besloot in samenwerking met één van haar klanten, Branda, middels een “pilot project” te toetsen in hoeverre het mogelijk was om op basis van Supply Chain Finance de dienstverlening verder uit te breiden. Al snel bleek het financieren van de handelsvoorraden een geschikt onderwerp om verder uit te werken. Hiervoor schakelde NBK BeSCOPE Solutions in en deze activeerde tevens de SMILE subsidie voor dit traject. De mogelijkheden van SMILE tot co-financiering van innovatieve projecten binnen het MKB gaven NBK en Branda een steun in de rug.

Voorraadfinanciering op zichzelf is heel gebruikelijk, naar schatting gebeurt dit met zo’n 5% van de gehele wereldhandel. De essentie van dit project is dat de voorraadfinanciering wordt opgezet door de dienstverlener, in dit geval zelfs zonder tussenkomst van een bank. Normaal gesproken gebeurt het met name voor heel grote spelers en voorraden, om zo de controle kosten van de betrokken banken beheersbaar te houden. NBK kent de producten en markt van haar klanten goed, heeft een gezonde vermogenspositie en kan gebruik maken van haar ‘recht van retentie’. Hierdoor kan er tegen lage kosten voorraadfinanciering opgezet worden, op een schaal die normaal gesproken te klein is voor banken. Dit biedt interessante kansen voor dienstverleners, maar zeker ook voor klanten.

“De accijnsgoederen handel is steeds volatieler aan het worden”, zo stelt Julius Ledas, eigenaar van Branda, een wereldwijd opererende groothandelaar in wijn en sterke dranken. “Sterk schommelende wisselkoersen en “bear” en “bull” markten die elkaar steeds sneller opvolgen zorgen voor kleinere zendingen met meer productvariëteit. Dit vereist niet alleen liquiditeit voor breedte investeringen in de voorraad maar ook om in te kunnen spelen op buitenkansjes die nu eenmaal ontstaan in dit soort markten. Wij zien voorraadfinanciering als één van de instrumenten voor verdere groei; vandaar ook onze deelname aan de pilot.”

Aljosja Beije, mede oprichter van BeSCOPE Solutions: “Supply Chain Finance is een balanceer act tussen de financiële, informatie en fysieke stromen binnen de supply-chain.” De financiële stromen zijn daarin lang onderbelicht gebleven. De crisis van 2008-2009 heeft daarin echter sterk verandering gebracht met de ontwikkeling van Supply Chain Finance als een apart vakgebied. De ontwikkelingen volgen elkaar ook snel op; zo snel zelfs dat er nu al verschillende Supply Chain Finance versies zijn. Zo is Supply Chain Finance 1.0 nog sterk gericht op “reverse-factoring”, het slim gebruik maken van verschillen in de rentevoet op vreemd vermogen binnen de supply chain. Supply Chain Finance 2.0 richt zich daarentegen op de integratie van de financiële, fysieke en informatiestromen in de supply chain die zorgen voor een fundamentele transformatie van de supply chain en de wijze waarop deze gemanaged wordt.

“Onze top-5 klanten zijn al jarenlang klant bij ons en dat willen we ook graag zo houden”, stelt Bob de Winter Jr. Supply Chain Finance biedt ons de mogelijkheid om de samenwerking met onze klanten nog duurzamer van aard te maken. “Dit is hard nodig in een tijd waarin de trend is om steeds kortere contracten te sluiten en jaarlijkse te tenderen. Geen goede ontwikkelingen in de ogen van Bob de Winter Jr.: “Korte termijn focus zorgt voor wantrouwen en opportunisme in de keten en levert uiteindelijk alleen maar verliezers op. Samenwerken is dan ook het credo; niet alleen tussen dienstverlener en klant maar ook met banken.”

Uitkomsten pilot

Inmiddels is de pilot ‘live’ en wordt binnen deze pilot een klein deel van de voorraad van Branda gefinancierd door NBK. Hiervoor is binnen het project met name veel aandacht besteed aan de administratieve inrichting, om te zorgen dat alle transacties zorgvuldig vastgelegd worden. Beije: “Wijn en sterke drank zijn eigenlijk perfecte producten voor voorraadfinanciering”. Zo hebben ze geen “tenminste houdbaar tot” datum en blijven courant. Deze aspecten in combinatie met de reputatie van Branda zorgde ervoor dat de benodigde maatregelen om de risico’s te beheersen, betrekkelijk eenvoudig konden worden geïntegreerd in de bestaande processen en systemen binnen NBK. De operationele impact was dan ook minimaal, temeer daar de invoer van de benodigde informatie zoals de waarde van de goederen en fysieke inspectie van de goederen onderdeel zijn van de bestaande dienstverlening.

De impact op de administratieve processen daarentegen is echter aanzienlijk. “Voorraadfinanciering vereist een andere kijk op onze financial exposure”, aldus Stefan Plaisier, de CFO van NBK. Niet alleen de nog openstaande posten zijn van belang, maar ook bijvoorbeeld de waarde van de aanwezige goederen, eventuele prijsveranderingen daarin en onze “work-in-progress” in de vorm van opdrachten van de klant in verschillende stadia van compleetheid. Deze informatie bij elkaar brengen en real-time kunnen delen stelt hoge eisen aan onze processen en systemen.

Het contract tussen Branda en NBK is zo opgesteld dat NBK nooit eigenaar wordt van de goederen. Immers, NBK financiert slechts 80% van de voorraad. Het recht van retentie, zoals dat is opgenomen in de algemene voorwaarden van de branchevereniging van expediteurs, de Fenex, gaf NBK de benodigde zekerheidsstelling. “Gegeven de aard van de pilot konden we een hoop risico’s uitsluiten zonder dat daar dikke contracten voor opgesteld hoefden te worden. Om de oplossing breder inzetbaar te maken, zullen we echter voor de toekomst meer zaken contractueel vast moeten gaan leggen. Eigenlijk een contradictio in terminis: door contracten word je flexibeler”, aldus Beije.

Nu de pilot live is, is het belangrijkste resultaat dat Branda meer werkkapitaal vrij heeft om te handelen en het resultaat moet niet onderschat worden. Dat vindt ook Dick van Sprundel, International Tax Partner bij Mazars Accountants en Belastingadviseurs. Mazars is als projectpartner aangesloten bij het SMILE project. Binnen de organisatie is veel fiscale kennis op het gebied van Supply Chain Finance. “Dit een unieke case voor Nederland en één van de eerste wereldwijd. In de praktijk zou het voor Branda moeilijk, zo niet onmogelijk zijn om deze vorm van voorraadfinanciering tegen redelijke kosten met een bank op te zetten. Door de insteek van NBK in combinatie met het recht van retentie is hier een vernuftige en innovatieve oplossing geïmplementeerd. Het is mijns inziens ook toe te juichen dat er voor een relatief eenvoudige administratieve inrichting is gekozen, aangezien er veel fiscale en juridische aspecten een rol spelen.”

”Voorraadfinanciering is zeker geen Haarlemmer wonderolie voor al onze klanten, of voor elke logistiek dienstverlener,” zo stelt De Winter Jr. “Het totaal plaatje moet kloppen; reputatie van de klant, het soort product, processen, systemen en de financiële huishouding van de klant en de logistiek dienstverlener. De SMILE subsidie ter ondersteuning van het projectmanagement gaf net dat extra zetje om dat goed uit te werken. Deze pilot heeft ons in ieder geval wel het vertrouwen gegeven om de volgende stap te zetten en dit concept verder te ontwikkelen.

Fiscale aandachtspunten        

Zonder uitputtend en volledig te zijn, noemt Van Sprundel, International Tax Partner bij Mazars, nog zaken waar onder meer rekening mee gehouden moet worden bij het opzetten van Supply Chain Finance concepten. Dit geldt met name wanneer er met meerdere klanten, locaties in meerdere landen en dienstverleners gewerkt wordt en de complexiteit toeneemt.

Zo kent Nederland bijvoorbeeld een uitgebreide belastingwetgeving op het gebied van rente aftrekbeperking. Hoewel dergelijke bepalingen niet zouden moeten spelen bij Supply Chain Finance, is het wel raadzaam na te gaan of een betaalde rente fiscaal wel aftrekbaar blijft.

Van Sprundel zet uiteen dat bij internationale transacties nog meer aandachtspunten bestaan, zoals mogelijke douaneheffingen, bronbelastingen of ‘stamp duties’. Daarnaast dient de winst daar te vallen waar de functies worden uitgeoefend die de waarde toevoegen. Daarnaast is het niet toegestaan om een heel beperkte winst te laten vallen in een land als daar feitelijk al het werk wordt verricht of risico’s worden gelopen. Ook dient bijvoorbeeld te worden beoordeeld of de vergoeding bij bepaalde interne relaties zakelijk is: dit ‘at arm’s length’ beginsel is eveneens steeds belangrijker geworden. Internationaal is hier zeer veel aandacht voor. Het is van groot belang vast te stellen dat de onderlinge verrekenprijzen en winstallocatie correct en conform de zogenaamde transferpricing richtlijnen in worden gericht en op een goede manier worden gedocumenteerd.

Tot slot zou de omzetbelasting nog een rol kunnen spelen. In Nederland en in Europa geldt een vrijstelling voor handelingen die betrekking hebben op (bemiddeling bij) kredietverlening, het aangaan/bemiddelen bij borgtochten en andere zekerheids- en garantieovereenkomsten). Van de vrijstelling voor handelingen die betrekking hebben op betaalverkeer is de inning van vorderingen echter expliciet uitgezonderd. Hoewel Supply Chain Finance geen factoring (meer) is, wordt binnen de omzetbelasting in beginsel geen onderscheid gemaakt tussen ‘eigenlijke’ en ‘oneigenlijke’ factoring. De fiscale behandeling kan hierbij anders zijn. Ook kan voor zowel de afnemer als de leverancier de omzetbelasting een grote rol spelen. Aan het verrichten van belaste prestaties is in de omzetbelasting onlosmakelijk het recht op aftrek van voorbelasting verbonden. Daar staat tegenover dat bij vrijgestelde prestaties of bij het ontbreken van economische prestaties geen recht op aftrek bestaat, aldus Van Sprundel die naast zijn rol als International Tax Partner bij Mazars ook actief is als Assistant Professor Internationaal en Europees belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

SMILE project

Het SMILE project is een initiatief van Dinalog en Fluas en in het leven geroepen om MKB bedrijven laagdrempelig te ondersteunen bij logistieke innovatie door middel van co-financiering. Het project met NBK en Branda is hier een goed voorbeeld van, hoewel de eerste reactie van Bob de Winter Jr., eigenaar van NBK, op zijn zachtst gezegd lauw te noemen was. Door eerdere negatieve ervaringen met subsidietrajecten werden termen als “administratieve rompslomp” en “ambtelijk” genoemd. De scepsis kon gelukkig snel worden weggenomen door de gestroomlijnde structuur van het SMILE project. Jeroen Bolt van Fluas licht toe; “We hebben ervoor gekozen om de aanvraag van SMILE projecten tot één A4 te beperken, en in samenspraak met Dinalog volgt binnen een week een antwoord. Bij akkoord kan direct gestart worden. Ook bij de verantwoording is de administratieve last beperkt, we vragen wél aan deelnemende bedrijven om aan een verslag mee te werken. Op deze manier wordt de opgedane kennis gedeeld met de sector. Dus geen ellenlange voorstellen en urenlange vergaderingen, maar een kort projectvoorstel dat beoordeeld wordt door professionals.”

Voor meer informatie zie www.dinalog.nl en www.fluas.nl

Geef de eerste reactie