Interview met Albert Veenstra ‘Innovatie heeft structuur gekregen’

Net nu innovatie in de logistieke sector echt tractie begint te maken, keert Albert Veenstra terug naar de collegezalen. Missie volbracht, lijkt de directeur van TKI Dinalog te willen uitstralen. Zo is het niet. Veenstra overziet als geen ander waar voortgang is geboekt en waar kansen liggen. Hij kijkt terug op een spannende en leerzame periode.

Zeven jaar lang was Albert Veenstra wetenschappelijk directeur van TKI Dinalog. Nu keert hij terug naar de academische wereld. Innovatie staat in Nederland op de logistieke kaart, dankzij de Topsector Logistiek en de inspanningen van TKI Dinalog. Daar bestaat weinig twijfel over. Maar zonder slag of stoot is dat niet gegaan. Allereerst liep hij aan tegen de veranderingen in de aansturing van het topinstituut. Daarna verschoven de onderzoeksthema’s steeds meer richting maatschappelijke relevantie, zoals de impact van logistiek op de pandemiebestrijding.
Wat Veenstra betreft is het tijd voor wat anders. Hij gaat het bestuur de tijd geven voor het vinden van een opvolger; in de tussentijd neemt Bas van Bree taken over als programmadirecteur. Zelf blijft Veenstra vooralsnog een dag in de week beschikbaar om te ondersteunen bij lopende zaken.

Wat ga je doen na je vertrek bij TKI Dinalog?

“Ik keer terug naar de Erasmus Universiteit, waar ik al aan verbonden ben als deeltijdhoogleraar in handel en logistiek . Ik wil me weer fulltime bezig houden met onderwijs. Misschien dat ik die onderwijsportefeuille kan gaan uitbreiden, bijvoorbeeld internationaal. Er is toch niets leuker dan een afstudeerder te begeleiden en na zes maanden ploeteren een mooie scriptie op tafel te zien liggen.”

Ben je meer onderwijsman dan bestuurder?

“Ik heb daar een tijdje over nagedacht, terwijl ik keek naar diverse bestuursfuncties. Maar ik dacht: ik weet niet of ik dit wel wil. In mijn huidige rol heb ik ook altijd een onderwijsportefeuille gehouden, die ik soms probeerde over te dragen. Maar toen dat niet goed lukte, realiseerde ik me dat ik van onderwijs geven echt energie krijg. Ik stam uit een familie van leraren en onderwijzers.”

Terugkijkend, waar ben je het meest trots op?

 “Twee dingen, beide hebben te maken met leiderschap. Toen ik begon was het vrij onrustig bij Dinalog met allerlei omzettingen. Dus het koste wat tijd om als team alles weer op scherp te krijgen: wie zijn we en wat willen we? Namelijk hèt kenniscentrum om logistieke innovatie in Nederland aan te jagen en door te pakken van vernieuwende technologie naar kennisontwikkeling. Dat was een interessante periode waar ik veel van heb geleerd, maar die wel veel tijd heeft gekost.
Als tweede is er nu veel meer interesse voor onderzoek en innovatie. Eigenlijk wilden bedrijven destijds het liefst snel een probleem oplossen, of een ICT systeembouwen bijvoorbeeld. Later zijn we meer gaan kijken naar wat je daarmee wilt bereiken. Ik heb altijd geprobeerd om knopen door te hakken in thema’s waarmee we echt voortrekker kunnen zijn. Dat hebben we de laatste paar jaar goed van de grond weten te krijgen.”

Wordt er nu anders tegen innovatie aangekeken?

“De sector is altijd al op een andere manier bezig geweest met vernieuwing dan bijvoorbeeld de hightech sector, waar vaak innovaties ontstaan vanuit onderzoek. Logistiek kenmerkt zich doordat bij veel ondernemers, innovaties gekoppeld zijn aan investeringen: software, voertuigen, onroerend goed. Innovaties zijn het gevolg van de stand van de techniek. Die bedrijven zijn minder gewend om zelf bezig te zijn met onderzoek, maar zijn wel heel slim in het benutten van de technische mogelijkheden. En natuurlijk zijn er ook bedrijven die echt als voortrekker fungeren. Maar een topsectorconcept zet je neer voor de hele sector. Er moest veel gebeuren aan de relatie tussen bedrijfsleven en onderzoek en wetenschap. Dat ging met vallen en opstaan, maar dat is nu wel veel beter.”

Gaat het nog steeds om dezelfde thema’s?

 “Nee, er is zeker een verschuiving geweest in de onderzoekthema’s. We zijn meer gericht, door de overheid, op maatschappelijke missies. Logistiek is altijd dwarsdoorsnijdend geweest, door andere sectoren heen. Dat heeft zich versterkt en nu gaat het steeds meer over energietransitie, klimaat en circulaire economie.

Dat is mooi en relevant, maar het heeft onze positie wel ingewikkelder gemaakt. Het ging over hele andere zaken dan we gewend waren, dus dat nam veel tijd in beslag maar het was de moeite waard. Ik denk vooral aan de covid pandemie waarover wij begin dit jaar goed hebben kunnen meedenken in diverse vraagstukken, zoals het opstarten van het vaccinatieprogramma. Ik vind dat een goed voorbeeld van hoe het belang van logistiek sterk naar voren is gekomen en dat we dus een rol van betekenis kunnen spelen in maatschappelijke issues.”

Staat innovatie in de logistiek nu stevig op de kaart?

“Dat denk ik wel. Een groot aantal bedrijven steekt inmiddels veel geld in IT en datavoorziening. Op dat punt wordt Nederland in heel Europa en daarbuiten als voorbeeld gezien. Ook hier hoor ik bedrijven klagen over het tekort aan containers en de verstoringen in de supply chains.

Maar wij doen het echt veel beter dan wat je ziet gebeuren in Amerikaanse havens, waar het echt een puinhoop is. Als logistiek cluster staan we zeker op een hoger niveau dan op heel veel andere plekken in de wereld. De sector is nu meer op zoek naar nieuwe ideeën en innovaties samen met wetenschappers.”

Hoe met het verder met de topsector en TKI Dinalog?

“Nog meer in gesprek gaan met de sector. Weten waar de wensen liggen en de discussie aangaan hoe we die wensen op de agenda krijgen. We moeten toe naar een hele laagdrempelige manier van onderzoek doen. Ik zie dat de werkvormen die er nu zijn, niet altijd goed werken als je de sector echt wil helpen met wat zij nodig heeft. Gelukkig kunnen we voorlopig door. Tot 2026 loopt de toezegging van het ministerie van I&W om projecten te financieren. Dus een deel van de onzekerheid is weggenomen. Het was mooi om een tijdlang met innovatie en onderzoek bezig zijn en ook met de financiering daarvan. Maar ik wil nu graag zelf weer geld uitgeven aan relevant onderzoek en me daarnaast zoveel mogelijk richten op het geven van onderwijs.”

Bekijk hier de video.

Bron: Logistiek.nl

Geef de eerste reactie