BLOG: Het eind van de crisis: wanneer is dat?

Onze economie ontwaakt langzaam uit een coma. Terug naar normaal. Persoonlijk kijk ik daar ook wel naar uit: weer naar concerten, of naar voetbal, of zingen in een koor.

Ik vrees echter dat we de gevolgen van deze pandemie nog wel even zullen blijven zien. Zo langzamerhand druppelen er allerlei aanwijzingen door die dat bevestigen. Bij de Rotterdamse haven, bijvoorbeeld lijkt de daling van het overslagvolume nog maar net ingezet te zijn. De Rabobank heeft net een kwartaalbericht uitgebracht waarin ze zeggen dat de krimp dit jaar de grootste zal zijn van de afgelopen honderd jaar. Ik denk zelf dat de financiële klap die veel bedrijven gekregen hebben in het afgelopen kwartaal, met een combinatie van het langzaam opheffen van de lockdown ook in het najaar nog wel tot wat faillissementen zal leiden.

Dus we zijn er nog lang niet. We gaan weer voorzichtig op vakantie, maar we gaan die welverdiende rust nog hard nodig hebben.

Ik ben wel weer positief gestemd over de manier waarop in Nederland over een wereld na de crisis wordt nagedacht. De Europese Unie heeft in april al een Roadmap for Recovery gemaakt. Daarin worden natuurlijk de beginselen van de Europese Unie centraal gezet, maar die zijn ook helemaal niet verkeerd. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan digitalisering (ook prima), vergroening en strategische autonomie. Vooral dat laatste, in de vorm van “dynamische industriepolitiek” is een belangrijk nieuw inzicht uit deze crisis. De Roadmap spreekt over het zelf produceren van kritische producten, investeringen in strategische waardeketens, en het ontwikkelen van een veerkrachtige infrastructuur voor crises.

Ook in Nederland is een interdepartementale commissie voor internationale waardeketens ingericht. Die commissie denkt na over de positie van Nederland in waardeketens van bedrijven, en de manier waarop we minder kwetsbaar worden voor een crisis zoals we die nu meemaken. Voor deze commissie zijn, denk ik, twee dingen belangrijk: (1) we moeten heel goed de aansluiting blijven zoeken bij Europa, want alleen kunnen we niet genoeg, en (2) het is belangrijk om per sector te kijken naar waardeketens. En het is belangrijk om de methodologie van waardeketens goed toe te passen. Allerlei ondersteunende activiteiten, zoals transport en logistiek, zijn geen waardeketen op zichzelf, maar moeten in relatie gezien worden tot de activiteit waar zij waarde aan toevoegen.

Daarnaast moeten we ook verder kijken. Een collega van mij bij de Rotterdam School of Management, dr Koen Dittrich heeft in een ‘Professor’s Opinon’ een heel aantal ideeën en inzichten bij elkaar gezet voor een betere wereld en een betere economie. De kern daarbij is dat we welbevinden echt op een andere manier met elkaar moeten gaan definiëren. Ons voorland hierbij zijn landen als IJsland en Nieuw-Zeeland. Het gaat er dan niet meer om alles in geld uit te drukken, en omzet, groei en winst als het hoogste goed te verklaren, maar om welzijn en inclusiviteit centraal te stellen. Deze manier van denken is uiteindelijk in ieders belang: wat zijn op dit moment de brandhaarden van coronabesmettingen in Nederland: gastarbeiders uit Oost-Europa in de vleessector en tuinbouw die voor de goedkoopte in vakantiehuisjes ondergebracht worden.

Maar hoe maak je dit nu concreet? Ik denk dat een belangrijk probleem is dat we beelden hebben van onze economie die niet meer kloppen. Nederland Handelsland, de poort naar Europa, de connectiviteit van Schiphol, de export van land- en tuinbouw. Al deze mantra’s moeten tegen het licht gehouden worden om te zien of ze nu echt zoveel bijdragen aan onze economie èn ons welzijn. Als dat zo is, prima. Maar als dat wel meevalt (of nogal tegenvalt), dan moeten we onze energie anders richten.

Geef de eerste reactie