De verdozing van Nederland: stoppen of niet?
Iedereen vindt er wat van: de grote blokkerige distributiecentra die op veel plekken in Nederland inmiddels te zien zijn. Maar hoeveel zijn er, wat voor ruimte nemen de centra nu feitelijk in en hoe verhoudt zich dat tot de economische bijdrage en duurzaamheid? Angela Acocella deed samen met Frans Cruijssen en Jan Fransoo onderzoek naar de argumenten op basis van data over onder andere voorraadniveaus, afzetmarkten en locaties. De onderzoekers doen vier aanbevelingen.
Over de ‘verdozing’ van het landschap is veel te doen. Tegenstanders vinden dat de distributiecentra het landschap en de leefomgeving verpesten. Voorstanders zeggen dat ze juist economische kansen en banen bieden en de logistiek duurzamer maken door kortere afstanden. Distributiecentra zelf kampen met een groeiend aantal orders, problemen met de opslag en tegenwerkende regelgeving.
De onderzoekers deden met behulp van financiering van TKI Dinalog onderzoek naar de ‘verdozing’ van Nederland en komen met concrete aanbevelingen voor beleidsmakers en de politiek. Ze verzamelden hiervoor data van 81 grote distributiecentra.
‘Cluster alle grote magazijnen in 20 tot 25 logistieke parken’
“Ons voorstel is dat de overheid 20 tot 25 logistieke parken aanlegt. De bedrijven in elk park kunnen dan gebruikmaken van gedeelde faciliteiten zoals parkeerplaatsen, beveiliging en huisvesting voor flexibele arbeidskrachten. Er zou specifieke regelgeving kunnen komen voor de parken om de huisvesting te regelen, of wetgeving om bijvoorbeeld hogere magazijnen mogelijk te maken. De grote daken van de XXL-magazijnen zijn ook zeer geschikt voor zonnepanelen. Deze kunnen genoeg energie produceren om de hele vloot van vrachtwagens in Nederland van stroom te voorzien.”
‘Doe meer met bestaande magazijnruimte door verdichting en gezamenlijke opslag’
“Zelfs in magazijnen met een volle capaciteit is nog veel lege ruimte, blijkt uit ons onderzoek. Magazijnen zouden rekken en verpakkingen dichter bij elkaar kunnen plaatsen, smallere doorgangen kunnen creëren en lege ruimtes boven het hoofd kunnen gebruiken voor opslag. Ook zouden bedrijven meer kunnen samenwerken, door bijvoorbeeld in piekseizoenen leegstaande ruimtes van andere magazijnen te huren.”
‘Beperk de voorraadgroei door prioriteit te geven aan specifieke industrieën’
“Om ruimte te besparen kan het de moeite waard zijn om prioriteit te geven aan industrieën die bijdragen aan de strategische autonomie van Nederland, ofwel er het meest voor zorgen dat Nederland geen speelbal wordt van geopolitieke grootmachten. Te denken valt bijvoorbeeld aan gezondheidszorg, lucht- en ruimtevaart en defensie. Het is onze verwachting dat logistieke bedrijven gedwongen zullen worden om te denken in termen van ‘toegevoegde waarde per kubieke meter’: hoeveel waarde creëert de voorraad voor de economie en de maatschappij en is het de (maatschappelijke) kosten om het op te slaan waard?”
Verzamel en gebruik gedetailleerde gegevens op magazijnniveau’
“Om goed beleid te maken, en te bepalen of nieuwbouw echt nodig is, is een grondige analyse van de bestaande magazijnen van groot belang. Denk aan informatie over voorraden, markten, footprints en voorraadverdeling. Voor zover wij weten is dit onderzoek het eerste dat op magazijnniveau zichtbaar maakt hoeveel voorraad zich daadwerkelijk in grote magazijnen in Nederland bevindt, waarvoor de voorraad wordt gebruikt en waar de voorraad naartoe gaat. Deze informatie biedt veel kansen voor logistieke bedrijven om efficiënter te werken.”
Over het onderzoek
Het onderzoeksrapport ‘Warehousification’: scenarios for the future of big box warehouses in the Netherlands is hier in te zien.
Het onderzoek is gefinancierd door TKI Dinalog en uitgevoerd binnen het Tilburg University programma Brede Welvaart.
Bron: Tilburg University