Cross Chain Collaboration Center (4C)

Logistiek living lab voor duurzaam delen

De NWO-MVI aanpak raakt steeds meer geïntegreerd in onderzoeksprogramma’s. Een goed voorbeeld daarvan is het programma Duurzame Living Labs, waar MVI een integraal onderdeel van is. Janet Veldstra: ‘We testen logistieke deelsystemen in de echte wereld. Daarbij is de MVI-aanpak heel waardevol.’

De binnenstad van Groningen moet in 2025 emissievrij zijn. Om dat te realiseren stimuleert de gemeente onder andere het gebruik van logistieke en mobiliteitsdeelsystemen, zoals deelauto’s of het bundelen van goederenvervoer. Je kunt bijvoorbeeld een op waterstof rijdende stadsbus meteen ook pakketjes laten afleveren in de wijk waar hij doorheen rijdt.

De tweede fase van het programma Duurzame Living Labs honoreerde het project SMiLES (Shared connectivity in Mobility and Logistics Enable Sustainability). SMiLES bestudeert de economische, technische, juridische, ethische, psychologische en praktische kansen en barrières van dit soort logistieke en mobiliteitsdeelsystemen in de noordelijke provincies. De regie over dit project ligt bij de Groningse gedragswetenschappers Janet Veldstra en Berfu Ünal en bij procesmanager Margriet Stel. Linda Steg is projectleider.

Waarde van waterstof
In het project buigen wetenschappers uit zeven verschillende faculteiten zich over een aantal cases voor het verduurzamen van logistieke en mobiliteitsdeelsystemen. ‘Openbaarvervoerbedrijven gebruiken al enkele bussen en zelfs een trein op waterstof. Ze ontwikkelen hiervoor een tankinfrastructuur. De hiermee gemoeide investeringen en risico’s zijn echter voor veel andere bedrijven te groot. Wij onderzoeken hoe deelinitiatieven de waterstofvoorzieningen van openbaarvervoerbedrijven kunnen veranderen in een katalysator voor waterstofadoptie door andere transportbedrijven,’ vertelt Veldstra. Dat roept een diversiteit aan vragen op die een breed scala aan disciplines bestrijken, zegt Veldstra. ‘Hoe kun je bijvoorbeeld het adoptieproces het beste faciliteren? En hoe sluit het aan bij wat mensen belangrijk vinden en hoe de overstap op waterstof voor hen aanvaardbaar is? Daarbij komt ook de filosofische vraag wat je eigenlijk mag vragen van mensen. En welke juridische aspecten spelen een rol? Op dit moment mag je met een waterstofbus bijvoorbeeld de weg op, maar met een waterstofboot niet het water. Vanuit de juridische faculteit buigen wetenschappers zich over de vraag hoe wet- en regelgeving aangepast zou moeten worden om dit wel mogelijk te maken.’Het delen van faciliteiten roept ook vragen op over vraag en aanbod, somt Veldstra verder op. ‘Als je bijvoorbeeld gaat elektrificeren en je gaat een laadinfrastructuur delen, wie gaat er dan voor? En wat gebeurt er als mensen zich niet aan de regels houden? Die vragen worden gemodelleerd door onderzoekers van de faculteit science en engineering. Economen buigen zich onder andere over de vraag of en hoe er interessante business cases te ontwikkelen zijn rondom verschillende vraagstukken.’

Inspiratie uit praktijk
De inspiratie voor de onderzoeksvragen komt zowel vanuit het onderzoek als uit de praktijk, vertelt Veldstra. ‘Het is een wisselwerking. We koppelen praktische aan wetenschappelijke casussen om zo tot nieuwe kennis te komen die direct kan landen in de praktijk.’ Met het oog op de toepasbaarheid en implementatie van de onderzoeksresultaten zijn de stakeholders nauw betrokken bij het onderzoek.

Het project adresseert een grote diversiteit aan vragen. Dat gaat van hoe je openbaar vervoer hubs kunt inzetten als locaties voor het stationeren van kluisjes voor e-commerce, via de invloed van fietsdeelprogramma’s op infrastructurele ontwikkeling, tot de verdeling van taken en juridische verantwoordelijkheden onder de betrokken partners.

Psychologische blik
Zelf kijkt Veldstra vooral met de blik van de psycholoog. ‘Hoe zorg je dat deelsystemen ook maatschappelijk geaccepteerd en op grotere schaal gebruikt gaan worden? Waarom willen mensen bijvoorbeeld per se een eigen auto? Heeft dat te maken met een zucht naar controle of identificeren zij zich met hun bezit? Pas als je begrijpt welke barrières mensen ervaren om zoiets als een deelinitiatief te gebruiken, kun je ervoor zorgen dat een oplossing ook daadwerkelijk succesvol wordt.’ In alle praktijkcases die als kansrijk gezien worden voor de toekomst van mobiliteit en logistiek, onderzoekt SMiLES de maatschappelijke aspecten.

Learning communities
Om ervoor te zorgen dat de snelle veranderingen in de logistieke sector meteen vertaald worden in het onderwijs, is het living lab ook een plek waar wetenschap, praktijk en opleiding samenkomen in verschillende learning communities, vertelt Veldstra. ‘Zo hebben studenten vanuit het WO, HBO en MBO samengewerkt aan een vraag van de gemeente rondom deelfietsen in de stad. De Groningse binnenstad wordt overspoeld door fietsen. Als iedere inwoner van Groningen een eigen fiets heeft, past dat gewoonweg niet. De studenten hebben daarom de kansen en barrières voor deelfietsen onderzocht. Waar moeten mensen die fietsen ophalen en inleveren? Wat gebeurt er als er een fiets kapot is? Hoe zorg je ervoor dat mensen een fiets willen delen? Het samen werken aan reële problemen is heel motiverend voor studenten.’

Succesfactoren
Ondanks de beperkingen als gevolg van Covid-19, is het project sterk van start gegaan, vindt Veldstra. ‘Dat komt doordat we onderdeel zijn van “Hive.mobility”, een innovatiecentrum voor groene en slimme mobiliteit dat flink aan community building doet. Daarnaast heeft de Dean of Industry relations van onze universiteit ons enorm geholpen bij het vinden van partners en het bij elkaar brengen van het consortium. Voor een individuele onderzoeker is dat bijna niet te doen. Ik pleit er dan ook voor dat universiteiten op instituutsniveau investeren in dat soort publiek-private netwerken. Daarnaast gaf het format van het Duurzame Living Labs programma ons de mogelijkheid om een procesmanager aan te nemen, Margriet Stel. Zij is voor een project met deze omvang onmisbaar. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat we met dit project aan het begin staan van een vruchtbaar ecosysteem, waar we ook in de toekomst de vruchten van gaan plukken.’

SMiLES consortium
Rijksuniversiteit Groningen, Qbuzz Public Transport, Koopman Logistics Group, Arriva Passenger Transport Netherlands, Bidfood, Wagenborg, Suikerunie, KPN, Natuur & Milieu, Provincie Groningen, Gemeente Groningen, Groningen Bereikbaar, Haven van Lauwersoog, New Energy Coalition Foundation, Next Generation Shipyards, OV bureau Groningen Drenthe, Vinturas, 5Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Noorderpoort.

Programma Duurzame Living Labs
Het programma Duurzame Living Labs is een initiatief van TKI Dinalog, NWO, Regieorgaan SIA en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met de topsectoren Energie en Water & Maritiem. In totaal is er twaalf miljoen euro beschikbaar voor het opzetten en uitvoeren van living labs. De MVI-benadering vormt een integraal onderdeel van het onderzoek. Daardoor is er niet alleen aandacht voor een oplossing op de korte termijn, maar juist ook voor verantwoorde innovaties voor de langere termijn. https://www.nwo.nl/onderzoeksprogrammas/duurzame-living-labs

 

Geef de eerste reactie