LPI: Werk aan de winkel met nieuwe technologie

Nederland is in de laatste editie van de logistieke ranglijst van de Wereldbank uit de top-5 verdwenen. Een flinke streep door de ambitie van de Topsector Logistiek die Nederland in 2020 op plaats 1 wil laten eindigen. Een hele opgave wordt dit vooral ook omdat Duitsland al jaren rotsvast deze lijst aanvoert. Albert Veenstra, wetenschappelijk directeur van Dinalog, stelt dat we door tal van internationale ontwikkelingen kwetsbaarder zijn geworden.

Veenstra, nauw betrokken bij de uitvoering van het Topsectorenbeleid, stelt dat de huidige ranking op de zogenaamde Logistics Performance Index (LPI) en ook die van 2016 – toen Nederland van plaats 2 naar 4 zakte – zijn veroorzaakt door een aantal – wat hij noemt- ‘issues’. “Allereerst de internationale LPI is gebaseerd op interviews met partijen in het buitenland. Die index geeft dus aan hoe in het buitenland over ons gedacht wordt. Wat je daarin terug ziet in de beoordelingen zijn de problemen en uitdagingen die we afgelopen tijd hebben gehad. Denk aan de naderende Brexit en de nadelige gevolgen hiervan voor ons land, de problemen bij Schiphol met de vermindering van het aantal vrachtvluchten en de alsmaar uitdijende e-commerce markt. Daar is de teruggang in de waardering door te verklaren op onze douane en de wijze waarop we de internationale verzendingen afhandelen.”

Onzekerheden regelgeving e-commerce
De TKI Dinalog-directeur verklaart desgevraagd dat de uitdagingen op het gebied van specifiek e-commerce niet alleen gelden voor Nederland maar ook voor de andere Europese landen. “De Europese regelgeving achterloopt op de ontwikkelingen. E-commerce groeit hard, maar de douane en btw-regels zijn in ontwikkeling en daar gaat nog het een en ander aan veranderen.” Volgens Veenstra is het bovendien zo langzamerhand wel duidelijk dat een klassieke aanpak van een aangifte doen voor elk pakketje niet gaat werken. “Dus voor een aantal partijen zoals DHL, DPD, PostNL en UPS, die veel van de last mile fulfilment doen, vloeit daar veel onzekerheid uit voort. En daardoor is de LPI over de hele linie wat lager dan vorig jaar. Deze ranking is een perceptie dus aspecten als verwachtingen en onzekerheid werken behoorlijk door.”

‘LPI zegt iets over robuustheid’
Veenstra nuanceert de tweejaarlijkse logistiek benchmark van de Wereldbank met de constatering dat de top-10, ondanks dat we gepasseerd zijn door België (3), Oostenrijk (4) en Japan (5), heel dicht bij elkaar zit met uitzondering van Duitsland. “Sinds 2016 geldt dat de gemiddelde LPI-score over de hele linie voor alle landen gedaald is, maar voor Duitsland heel weinig. Daarom staat Duitsland nu opeens duidelijk bovenaan. Dat vind ik eigenlijk een sprekender resultaat dan de positie van Nederland.”
Daarop voortbordurend zegt de wetenschappelijk directeur van Dinalog dat de beweging van landen dat de tweejaarlijkse index van de Wereldbank ook iets zegt over de robuustheid van de logistieke sector van een land. “In Duitsland is die robuustheid het grootst. In Nederland is dat minder groot en wellicht zijn we ook kwetsbaarder aan het worden door de ontwikkelingen die ik eerder noemde. Dit is eens te meer ook reden om naast alle operationele ontwikkelingen in de sector ook goed onderzoek te blijven doen.”

Actualiseren van Topsectoragenda
Volgens Veenstra zijn de betrokken partijen bij de Topsector Logistiek op dit moment bezig met het actualiseren van de Topsectoragenda. “Daarin komt meer aandacht voor digitalisering en automatisering, onder andere. Deze LPI geeft ook aanleiding om douane en efficiënte planning goed op de agenda te houden.”

Bron: logistiek.nl

Geef de eerste reactie