Niels Agatz, wetenschappelijk directeur van TKI Dinalog, is sinds kort hoogleraar op het gebied van last mile en supply chain analytics in Rotterdam. Hij legt aan supermarktblad Distrifood uit dat de last mile wordt gezien als de meest uitdagende schakel in de keten. De extra vervoersbewegingen leiden tot overlast. Echter, in zijn ogen is de Nederlandse supermarktbranche al best ver.
Steeds meer mensen laten de dagelijkse boodschappen thuisbezorgen. De enorme toename van bezorgauto’s en vervoersbewegingen wordt in binnensteden als een probleem ervaren. Hoe kan dit verbeteren?
“Wanneer ik me vooral richt op het thuisbezorgen van de weekboodschappen, zijn de problemen niet zo groot. Natuurlijk zien we extra vervoersbewegingen vanuit de supermarkten, maar ik bekijk het niet met zo’n nauwe blik. Er staat namelijk tegenover dat er dagelijks veel minder auto’s met particulieren naar de verschillende supermarkten rijden. Per saldo is er gewoon milieuwinst.”
U relativeert daarmee de last-mileproblematiek?
“Wel als het gaat om puur en alleen de bezorging door supermarkten. Niet als we het totaalplaatje bekijken. De stroom busjes richting horeca en bouwlocaties, om maar eens wat te noemen, is enorm. Maar in de beeldvorming zijn het de wagens van de supermarkten die voor de problemen zorgen, omdat zij zo herkenbaar zijn. Dat geeft dus een vertekend beeld. De covid-19-pandemie heeft de groei van onlinebestellingen versneld en het beeld van supermarktbusjes die in de weg staan en voor opstoppingen zorgen nog eens versterkt.”
Maar ze zorgen toch wel voor een toename van uitstoot in de drukke binnenstad?
“Ja, maar de vloot van bijvoorbeeld Albert Heijn is steeds meer elektrisch. En dat is bij Picnic al helemaal het geval. Ook bij andere ketens zal duurzaam vervoer alleen maar toenemen. Wanneer we dat afzetten tegen particulieren, die nog maar in zeer beperkte mate elektrisch rijden, hebben de grotere supermarktconcerns veel meer financiële armslag en mogelijkheden om over te schakelen op vormen van duurzaam vervoer. Per saldo geldt ook hier dus weer dat we beter af zijn op deze manier.”
Wat vindt u van het CTPark Amsterdam City van Wim Beelen? Is dat ook voor de supermarkbranche de ultieme oplossing voor de last-mileproblematiek?
“Het idee vind ik goed. In zijn project gaat het echter om veel meer dan kleine stroompjes goederen die de stad in moeten. Horeca, bouw en food worden vanaf een centrale locatie aan het Noordzeekanaal, via gedeelde faciliteiten met andere bedrijven, beleverd. Hier wordt de aanpak dus breder opgepakt en wordt de grotere stroom meegenomen. Juist daar valt nog heel veel te winnen. Ik zie het echter nog niet voor me dat supermarktketens op deze manier gaan samenwerken. Wij hebben daar ook wel onderzoek naar gedaan, maar de concurrentie staat deze manier van samenwerken toch nog in de weg. Daarnaast zijn boodschappen een logistiek moeilijk product, met strikte eisen met betrekking tot koeling in de keten. Dat maakt een extra overslag lastig.”
U doet onderzoek naar technologiegedreven innovaties in bezorging. Is bezorgen met drones een reëel toekomstbeeld?
“Bezorgrobots worden op kleine schaal al toegepast. Robot Rosie 2.0 bezorgt boodschappen voor de Spar op de universiteitscampus in Rotterdam. Drones zullen we op termijn waarschijnlijk vooral in landelijke gebieden zien. Maar het zal een nichetoepassing blijven. De combinatie van busjes en drones is in gebieden met een kleinere klantdichtheid veelbelovend. Bus of vrachtwagen brengt de bestelde artikelen naar de stad en de drone verder de regio in. In heel drukke stedelijke gebieden met flats en veel hoge gebouwen zal het afleveren van bestellingen met drones niet goed gaan werken, maar op het platteland zijn er minder obstakels en meer ruimte om te landen. Omdat we daar ook te maken hebben met grotere afstanden tussen klanten kan een last mile met bezorgdrones slim zijn en leiden tot minder vervoersbewegingen.”
Veel consumenten willen producten op ongeveer hetzelfde tijdstip ontvangen. Daar heeft u een oplossing voor?
“Bij food zien we dat veel klanten op hetzelfde moment bezorgd willen hebben. Online supermarktbezorgers hebben dan meer chauffeurs en voertuigen nodig op een specifiek tijdstip op de dag. Daarom is het gunstig om door vraagsturing de vraag te spreiden. Ons onderzoek laat zien dat financiële of groene prikkels daarbij kunnen helpen.”
Worden alle onlinebestellingen thuis afgeleverd?
“Nee, een servicemodel dat steeds populairder wordt, is er één waarbij klanten online kunnen kopen en vervolgens in een winkel ophalen. Ook in de supermarktbranche worden afhaalpunten al lang gebruikt. Deze optie biedt een deel van de voordelen van online bestellen, maar de klant moet de producten dan zelf ophalen. Recent onderzoek laat zien dat thuisbezorging vaak zorgt voor minder vervoersbewegingen dan afhaalpunten.”
Waarom vindt u onlinesupermarkten één van de meest interessante markten binnen onlineretail?
“De markt is enorm. Iedereen moet immers eten. Het is een dynamische branche en de verkoop is repetitief van aard. Het gaat ook om kwetsbare versproducten die snel geconsumeerd moeten worden en verschillende temperatuureisen hebben. Bovendien moeten klanten thuis zijn om de boodschappen in ontvangst te nemen. Dit vergt nogal wat van de hele keten, maar dat verloopt inmiddels best goed in ons land. Toch zal ook de komende jaren nog veel onderzoek nodig zijn. Het gebruik van data, statistiek en het toepassen van wiskunde is daarbij belangrijk.”
Bron: Logistiek.nl