Nieuwe tijden, andere vaardigheden; Human Capital voor complexe maatschappelijke vraagstukken

De wereld om ons heen verandert razendsnel – veel sneller dan opleidingen kunnen meebewegen. Hoe zorgen we dan nú dat de werknemer van de toekomst de juiste kennis en vaardigheden heeft? En hoe houden we ons huidige human capital up-to-date? Aan die vragen werken professionals uit onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven samen binnen het topsectorenbeleid. Tijdens de Innovatieconferentie Logistiek op 5 april staan de eerste ervaringen en resultaten op de agenda. “Werken, leren en innoveren zijn de sleutelwoorden.”

Klimaatverandering, de energietransitie, de woningnood, vergrijzing en cybersecurity. Zomaar een greep uit de urgente, complexe vraagstukken waar onze maatschappij mee te maken heeft. Die uitdagingen worden alsmaar groter en stellen daarom steeds hogere eisen aan werkend Nederland. Daarbij gaat ook nog eens de technologieontwikkeling steeds sneller. Achteroverleunen is er niet meer bij: Nederland moet nú inspelen op wat werknemers in de toekomst moeten weten en kunnen.

“Daarom is het essentieel dat studenten en werkenden zich steeds blijven ontwikkelen, en anticiperen op wat er gaat komen”, stelt Yolande de Heus, programmamanager Human Capital van de Topsector Logistiek. Human capital, oftewel menselijk kapitaal, omvat alles wat werkenden in huis moeten hebben om goed te presteren in hun werk, legt De Heus uit, van kennis en vaardigheden tot welzijn en motivatie. “Human capital is een belangrijk thema binnen het topsectorenbeleid van de overheid”, zegt ze. “Het is belangrijk voor alle tien de topsectoren. Daarom hebben we in 2015 gezamenlijk een Roadmap Human Capital opgesteld: een plan om financiering en programmering te organiseren voor onderzoek rond dit thema.”

Er spelen veel vragen, merkt De Heus op. Bijvoorbeeld: hoe houd je chauffeurs vaardig en gemotiveerd in een wereld die zich ontwikkelt richting digitalisering en autoom rijden? Hoe zorg je voor voldoende betekenisvol werk en welzijn in een mens-robotsamenwerking? Hoe trek je jonge mensen aan in de ‘traditionelere’ sectoren zoals transport en logistiek? En hoe creëer je in een technische omgeving, die gericht is op innovatie, nu werkelijk een leeromgeving waarin mensen ‘een leven lang leren’?

Learning community

“Het mooie van de samenwerking rond human capital is dat kennis, concepten en ervaringen die in de ene sector worden ontwikkeld, ook snel terechtkomen bij andere sectoren”, vervolgt De Heus. “Daar sturen we ook bewust op. We hebben bijvoorbeeld zogeheten Living Labs: proeftuinen waarin partijen uit verschillende sectoren samen met elkaar experimenteren.” Als voorbeeld noemt ze het Living Lab Sharehouse van de Topsector Logistiek, waarin onder meer onderzoekers, studenten en bedrijven samenwerken aan de logistiek van complexe distributiecentra. Daarbij gaat het niet alleen over de techniek, zoals automatisering en robotica, maar juist ook over de kennis en vaardigheden die de werknemers daarvoor moeten hebben.

“Zo’n publiek-privaat samenwerkingsverband noemen we een learning community”, vertelt De Heus. “Een omgeving waarin niet alleen die onderzoekers, studenten en bedrijven meewerken, maar ook alle betrokken partijen daaromheen, bijvoorbeeld provincies, beroepsorganisaties of investeringsmaatschappijen.”

Het leuke van deze samenwerking is dat kennis, concepten en ervaringen die in de ene sector worden ontwikkeld, ook snel terechtkomen bij andere sectoren.

Yolande de Heus, Topsector Logistiek

Versnellen

“Juist die samenwerking met de praktijk is belangrijk”, zegt Liesbeth Brügemann van het Topconsortium Kennis en Innovatie (TKI) Dinalog, onderdeel van de topsector Logistiek. “Want niet alleen de technologie verandert, en de kennis en vaardigheden van de mensen, maar ook de behoeften vanuit bedrijven en overheden. Juist die learning communities helpen vraag en aanbod bij elkaar te brengen.”

De learning communities draaien om ‘werken, leren en innoveren’, aldus beide experts. Werknemers zijn daarbij in feite nooit klaar met leren en zich ontwikkelen. Dat heet in vaktaal life-long learning, in het Nederlands ook wel aangeduid als Leven Lang Ontwikkelen. Gaat dat dan niet vanzelf, in bedrijven en instellingen? Moet dat echt georganiseerd worden? “Heel veel gaat inderdaad vanzelf”, antwoordt Brügemann. “Waar gewerkt wordt, wordt ook altijd wel geleerd, en er bestaan ook al veel bottom-up-initiatieven. Maar de methoden, structuren en tools die deze learning communities nu heel gericht ontwikkelen, kunnen dat proces enorm versnellen. En ze zorgen er ook voor dat die verbeteringen echt worden verankerd in processen en organisaties.”

Niet alleen de techniek verandert, maar ook de behoeften van de bedrijven. Learning communities helpen vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

Liesbeth Brügemann, TKI Dinalog


Gevoed vanuit actuele problemen

Tijmen Schipper, associate lector Leven Lang Ontwikkelen aan Hogeschool Windesheim, kan daarover meepraten. Hij is trekker van de werkgroep Kennisbasis vanuit het landelijke netwerk Learning Communities. Schipper was betrokken bij een onderzoeksproject gericht op human capital. Het project, getiteld Change Gear, onderzocht learning communities als middel om te komen tot ‘werken, leren en innoveren’ in de logistiek. Het project viel onder het vorige Kennis- en Innovatieconvenant (2018-2019) en liep tot eind 2021. “Het bestond uit verschillende delen”, vertelt Schipper. “Een deel had een meer theoretische focus: wat definieert nu eigenlijk een goede learning community? Daarnaast ontwikkelden we concrete instrumenten die de praktijk verder kunnen helpen. En ten derde werkten we aan het verspreiden van de resultaten. Dat doen we overigens nog steeds.”

Change Gear was een consortium bestaande uit drie hogescholen, een universiteit en TNO, plus een breed palet aan bedrijven uit de logistieke sector, van een transport- tot een supermarktketen. Zelf werkte Schipper vooral aan het theoretische gedeelte. “Maar de vraagstellingen kwamen echt uit de praktijk”, benadrukt hij. “Een learning community is alleen effectief als die wordt gevoed vanuit actuele problemen of vraagstellingen.” Die vraagstellingen varieerden qua insteek en schaal: “Van een proces in een klein aantal bedrijven tot grote regionale projecten en grote thema’s rond ‘the future of work’.”

Schipper noemt een paar voorbeelden van die grotere en kleinere vragen: hoe kunnen oudere chauffeurs zinvol inzetbaar blijven als ze niet meer fulltime op de vrachtwagen kunnen? Hoe vul je de duizenden moeilijk vulbare vacatures die openstaan voor cruciale, complexe functies, zoals transportplanners? En hoe ontwikkel je een handig ‘dashboard’ dat je helpt de groeiende berg data nuttig te gebruiken in je bedrijfsvoering?

Flexibel raamwerk

Op basis van bestaande literatuur en interviews binnen het grote consortium onderzocht Schipper hoe je rond deze vragen het beste een learning community kunt opzetten – en wat daarvan werkzame bouwstenen zijn. “Het simpele antwoord is dat dat verschilt per situatie”, zegt hij. “Je moet bij de inrichting van een learning community goed kijken naar welke vraag er centraal staat, welke collectieve en individuele doelen de deelnemers van de learning community hebben, hoe zij gewend zijn te werken, en of er al sprake is van een gemeenschappelijke taal.”

Op basis van deze inzichten ontwikkelden Schipper en zijn collega’s een raamwerk dat relatief gemakkelijk aan te passen is aan de praktijk. Dat raamwerk toetsten ze in verschillende learning communities. “We keken daarbij op macroniveau – bijvoorbeeld welke vraagstukken er centraal stonden en hoe er publiek-privaat werd samengewerkt – maar ook op het niveau van de betreffende organisatie: wat is de rol van de leidinggevende, van financiën en beleid, en wat is de stand van zaken op gebied van human capital?”

De vragen die nog openstaan, willen Schipper en zijn collega’s graag in vervolgonderzoek gaan uitzoeken. Intussen werken zij, nu Change Gear is afgelopen, aan het breder verspreiden van de tools die zijn ontwikkeld om organisaties concreet te helpen. “Bijvoorbeeld een ‘doelenscan’: een online vragenlijst die learning communities helpt hun doelen in beeld te krijgen”, vertelt Schipper. “Daar rollen dan meteen handvatten uit om deze doelen centraal te stellen. Dat levert snel overzicht en een denkrichting op, en stimuleert het gezamenlijke gesprek hierover.”

De reacties van deelnemende organisaties zijn tot nu toe heel positief. Veel bedrijven worstelen nog erg met de inrichting van learning communities. Ze willen allemaal samen innoveren en vraagstukken oplossen, maar waar begin je?

Tijmen Schipper, associate lector Leven Lang Ontwikkelen aan Hogeschool Windesheim

Reacties positief

Een tweede tool is de ‘learning community cultuurscan’. Die brengt op dezelfde manier in beeld hoe ver een organisatie al is in het scheppen van een omgeving waarin leren en innoveren logisch zijn verbonden. “Is er al sprake van zelfsturing op het gebied van werken, leren en innoveren?”, noemt Schipper als voorbeeld. “Is er onderling vertrouwen en een gemeenschappelijke taal? Ook dat helpt om daarmee gerichter aan de slag te gaan.” Een derde tool is de ‘structuur- en processcan’: wie zijn de deelnemende organisaties, hoe groot is de learning community en wat is de samenstelling, welke mogelijke andere partners zijn er, hoe lang zou het proces moeten duren?

“De reacties van deelnemende organisaties zijn tot nu toe heel positief”, merkt Schipper op. “Veel bedrijven worstelen nog erg met de inrichting van learning communities. Ze willen allemaal samen innoveren en vraagstukken oplossen, maar waar begin je? Waar moet je op letten? Dát in beeld krijgen, daar zijn deze tools uitermate geschikt voor.” Schipper en zijn collega’s hebben een website ontwikkeld om partijen hierin nog beter te kunnen ondersteunen, en een ‘train de trainer’-model, waarbij mensen worden getraind in deze tools-benadering om er op hun beurt weer anderen in te kunnen opleiden.

Opschalen

“Change Gear heeft echt concreet bijgedragen aan de kennis over learning communities”, concludeert Liesbeth Brügemann van TKI Dinalog. “Met elkaar zijn we nu de uitkomsten verder aan het verspreiden. De tools komen bijvoorbeeld gratis beschikbaar op de website van de Topsector Logistiek.”

De uitdaging is nu om de methodieken in de praktijk op te schalen – ook binnen andere topsectoren. “Daarbij moeten we wel uitkijken dat we niet alles zomaar een learning community noemen”, nuanceert Brügemann. “We moeten scherp in beeld houden hóe je die kennisontwikkeling gericht kunt laten plaatsvinden. Daar zitten ‘harde’, technologische componenten aan, maar vooral ook ‘zachte’, aan de gedragswetenschappelijke kant. Al die partijen in de keten effectief laten samenwerken, daar zijn immers ook weer aparte vaardigheden voor nodig.”

Innovatieconferentie Logistiek

Tijdens de Innovatieconferentie Logistiek op 5 april 2022 komen al deze zaken aan de orde, benadrukt Yolande de Heus van de Topsector Logistiek. “De conferentie wordt georganiseerd door TKI Dinalog, de Topsector Logistiek en NWO”, vertelt ze. “Er zijn sessies over allerlei onderwerpen, van autonome technologische systemen tot efficiënter datagebruik. Maar ook de learning communities zelf staan op de agenda.”

Onderzoekers zullen de resultaten presenteren van verschillende onderzoeksprojecten, waaronder Change Gear. “Het doel is kennis uitwisselen, kennis vergroten en elkaar inspireren”, zegt Brügemann. “Dat klinkt heel ambitieus, maar wij hebben er alle vertrouwen in. Er komen altijd veel leuke dingen uit dergelijke bijeenkomsten.”

Tekst: Nienke Beintema

Geef de eerste reactie