Het klinkt ideaal: autonome vrachtwagens rijden efficiënte routes en in het kader van het chauffeurstekort leveren ze aanzienlijke besparingen op. Voor goederenstromen is het veel relevanter nog dan voor personenvervoer. Toch is de markt er nog (lang) niet klaar voor, blijkt uit een presentatie van Jaco van Meijeren (TNO) en Bob Dodemont (Port of Rotterdam) tijdens Multimodaal Transport Expo 2025 in Breda. “De meerwaarde van autonoom wegtransport zit in de toepassing door logistieke bedrijven”, zegt Van Meijeren. Maar de Nederlandse bedrijven zijn vooralsnog alles behalve happig om mee te testen. Als TNO met ze over het onderwerp begint, zijn er vooral veel vragen over de toepasbaarheid. “Ze weten niet wat er op hen afkomt, en kiezen er liever voor om achterover te hangen.”
Multidisciplinaire aanpak
In Duitsland, Zweden en met name Amerika is men volgens Van Meijeren al veel verder op het gebied van autonoom transport. Wat hem betreft is het daarom van groot belang dat de afwachtende houding hier wordt doorbroken. Dit kan met een integrale, multidisciplinaire aanpak, zegt hij. Want autonoom rijden gaat niet alleen over technologie, maar ook over de inpassing van de technologie in de organisatie. “Er moet een gezamenlijk ontwerp getekend worden, waarbij we alle bouwblokken invullen.” Zo zal er een soort control tower nodig zijn die de trucks op de juiste manier aanstuurt, iets wat nu nog niet bestaat. Wie gaat dat doen? Wie is verantwoordelijk?
Wegen moeten bovendien aangepast worden en wet- en regelgeving zal moeten veranderen. Echter is de overheid net zo afwachtend, omdat ook voor hen nog heel veel onduidelijk is zolang niet wordt getest.
Testprojecten in Nederland
Tests zijn er wel hier en daar op kleine schaal. Bijvoorbeeld op afgesloten industrieterreinen. Voor Broekman rijden daarnaast trucks autonoom van de terminal naar het dc. Op het stukje openbare weg zit echter nog wel een chauffeur aan het stuur.
Onder andere de Port of Rotterdam is actief met pilots bezig. Dodemont: “Wij zijn land lord van het haventerrein en wegbeheerder.” Voor de haven staat veiligheid voorop. De programmamanager Bereikbaarheid wil actief kennis opdoen op het gebied van autonoom transport en de koppeling maken tussen alle benodigde partijen (triple helix). Want ook Dodemont weet: het is veel meer dan alleen techniek ontwikkelen om een wagen heen en weer te laten rijden. “Het kan alleen in co-creatie.”
De tests in de haven kunnen redelijk op eigen initiatief plaatsvinden. Heel anders wordt het als je de openbare weg op wilt. De eerste uitbreiding die Dodemont voor ogen heeft, is om de koppeling te maken met de CER, de Container Exchange Route. “Dit is een persoonlijke voorspelling, maar dat zou misschien in 2025/2026 kunnen”, zegt hij. Weer wat later (2027/2028), kan gekeken worden naar uitbreiding naar Distripark. “Aan de long haul durf ik geen jaartal te plakken.”
Bron: Logistiek.nl
