Onderzoek ondersteunt transitie naar emissievrije binnenvaart
NWO heeft een project toegekend binnen de NWA-call ‘Zero-emissie binnenvaart’. Deze call heeft als doel bij te dragen aan de overgang naar een emissievrije binnenvaart door samen te werken met de binnenvaartsector. Een consortium van onderzoekers, bedrijven en maatschappelijke organisaties start met het ontwikkelen van duurzame businessmodellen en handelingsperspectieven. Partners in de binnenvaartketen, zoals schippers en verladers, kunnen hiervan gebruik maken.
Het onderzoeksprogramma moet inzichtelijk maken wat de transitie naar zero-emissie vraagt van de verschillende partners in de binnenvaartketen, zoals schippers, verladers en financieringsinstellingen. Deze overgang wordt mogelijk gemaakt door nieuwe en bestaande kennis met elkaar te verbinden. Ook is er nieuwe kennis nodig over de wijze waarop de transitiedoelstellingen in de praktijk kunnen worden gerealiseerd. Het onderzoeksconsortium werkt inter- en transdisciplinair, hanteert verschillende onderzoeksaanpakken (fundamenteel, toegepast en praktijkgericht) en is kennisketenbreed.
De initiatiefnemers van dit onderzoeksprogramma zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de Topsector Logistiek via TKI Dinalog.
Toegekend project
PAving THe way towards Zero-Emission and RObust inland shipping (PATH2ZERO)
Hoofdaanvrager: dr. O.J. Kirichek – Delft University of Technology
We stellen voor om een virtuele representatie van het binnenvaartsysteem te ontwikkelen, die kan worden gebruikt voor het beoordelen van de efficiëntie van emissievrije strategieën. Deze digitale tweeling vertegenwoordigt het daadwerkelijke systeem met alle relevante componenten. We richten ons op drie hoofdaspecten: de individuele schepen, de logistieke ketens en de infrastructuur. Mogelijke interventies die zullen worden overwogen, variërend van de toepassing van nieuwe technologieën voor individuele schepen tot beleidsmaatregelen voor een hele scheepvaartcorridor. Toekomstscenario’s kunnen worden getest in de digitale tweeling en hun effectiviteit kan worden geëvalueerd voor de juiste weg naar emissievrije binnenvaart.
Consortium:
- Kennisinstellingen: Delft University of Technology, Erasmus University Rotterdam, Rotterdam University of Applied Sciences, NHL Stenden University of Applied Sciences, HZ University of Applied Sciences.
- Cofinanciers: Municipality of Nijmegen, SmartPort, MARIN, Deltares, DAMEN, Province Zeeland, North Sea port, KiM – Netherlands Institute for Transport Policy, Analysis Science [&] Technology Corporation, TreadRight, UniWorld, City of Rotterdam.
- Samenwerkingspartners: SPB/EICB, Port of Rotterdam, Port of Amsterdam, Future Proof Shipping, HTS group, Inspectie Leefomgeving en Transport, Innovation Quarter, Resilient Delta, DigiShape, Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB), E-Regie, Rijkswaterstaat, NPRC, Province Zuid Holland, Zero Emission Services.
Maritieme sector klimaatneutraal
De nationale maritieme sector is van groot belang voor de Nederlandse samenleving. Nederland heeft een internationale toppositie en het is belangrijk deze te behouden. Daarnaast staat de maritieme sector voor een grote uitdaging om voor 2050 circulair en klimaatneutraal te worden. Fundamenteel en toegepast onderzoek is hiervoor van groot belang. NWO investeert in kennisontwikkeling en kennisbenutting door samenwerking te stimuleren in publiek-private onderzoeksconsortia.
NWA zoekt verbinding met de maatschappij
In opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voert NWO het onderzoeksprogramma van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) uit. Het doel van de NWA is om met kennis een positieve, structurele bijdrage te leveren aan de maatschappij van morgen, door vandaag bruggen te slaan en met elkaar voor wetenschappelijke doorbraken en maatschappelijke impact te zorgen. Hieraan wordt onder andere invulling gegeven via thematische programmering in samenwerking met overheden. Het doel van de thematische NWA-programma’s is om antwoorden te vinden op actuele maatschappelijke vragen. Al het onderzoek is interdisciplinair opgezet en betrekt zowel de gehele breedte van de kennisketen als relevante maatschappelijke partners.