In het project ‘2-Truck Platoon matching’ wordt een businessmodel ontwikkeld voor logistiek dienstverleners die samen aan ‘platooning’ willen doen. Bij 2-Truck Platooning rijden twee vrachtwagens vlak achter elkaar, op nog geen seconde volgafstand. Daarmee kan flink brandstof bespaard worden door allebei de vrachtwagens, dat reduceert kosten en is beter voor het milieu. Gelijktijdig wordt in een ander project in de automotive sector de technologie ontwikkeld die nodig is om te kunnen ‘platoonen’. De resultaten komen beschikbaar in april 2017.

Als je twee vrachtwagens vlak achter elkaar kunt laten rijden, op ongeveer 3/10 seconde van elkaar, dan bespaart de tweede vrachtwagen 10 % brandstof. Dat is goed voor het bedrijf en het milieu. Maar ook de voorste truck bespaart brandstof. Dat heeft met de aerodynamica te maken: een truck trekt door zijn vorm en lengte een soort vacuum achter de oplegger en dat kost energie. Bij 2-truck platooning wordt dat vacuum opgeheven door de tweede vrachtwagen.

Nieuwe technologie
Vóór bedrijven kunnen gaan ‘platoonen’ moeten er twee zaken ontwikkeld worden. De voertuigtechnologie en het samenwerkingsmodel voor logistieke dienstverleners, de businesscase. De technologie wordt op dit moment ondermeer ontwikkeld in het EcoTwin project van de Topsector High Tech Systems and Materials (HTSM). De ACC(Adaptive Cruise Control) die al in veel vrachtwagens zit moet uitgebreid worden met een systeem waarmee de twee vrachtwagens met elkaar kunnen communiceren (V2V, voertuig-voertuig communicatie) en hun rijgedrag op elkaar kunnen aanpassen. Dat systeem heet CACC (Cooperative Adaptive Cruise Control).

Nieuwe businesscase
Het tweede ‘onderdeel’ de businesscase, wordt ontwikkeld door TNO met vier transportbedrijven: De Rijke Trucking BV, Int. Transport Overbeek BV, De Jong-Grauss Transport en VDS Logistics.
Projectleider Jan Burgmeijer van TNO: “We onderzoeken twee manieren om tot een match te komen. Gepland ‘platoonen’: vooraf ingepland voor twee vrachtwagens binnen hetzelfde bedrijf die dezelfde kant op moeten, of afgesproken door twee bedrijven voor twee van hun trucks. De tweede manier is ‘on-the-fly’, ofwel al rijdend de match maken. Door het delen van data van hun bestemming en eventueel andere gegevens kunnen vrachtwagens die kunnen ‘platoonen’ elkaar herkennen en ter plekke beslissen of ze samen een eind op zullen rijden.”

Burgmeijer: “Voor de logistieke dienstverleners is het geen vraag meer of platooning er komt. Hun vraag is: wanneer?”

De vijfde projectpartner Ortec onderzoekt met TNO op dit moment op basis van alle, in het verleden gereden ritten, van de vier logistieke bedrijven, in hoeveel gevallen platooning mogelijk was geweest. Daarnaast onderzoekt de Erasmus Universiteit RSM/Ports & Global Networks hoe kosten en baten verdeeld moeten worden, wat de marktpotentie is, hoe je andere bedrijven over de streep krijgt, wat is hun belang en wat het belang is van de verladers.
Dat is de reden waarom ook het Havenbedrijf van Rotterdam, TLN, Smartport Rotterdam en RSM/Ports & Global Networks deelnemen aan het project. In en om Rotterdam rijden zoveel vrachtwagens dat platooning interessant moet zijn. Burgmeijer: “Voor de vier logistieke dienstverleners is het geen vraag meer of platooning er komt. Hun vraag is: wanneer? Het Havenbedrijf Rotterdam is ook enthousiast. Het kan zich hiermee internationaal profileren als zeer innovatief en zo concurrentievoordeel behalen op havens elders in Europa.”

Veiligheid
Burgmeijer: “Veiligheid is natuurlijk een vereiste. Wij denken dat platooning veiliger is dan los van elkaar rijden. De voertuigen in het platoon kunnen bijvoorbeeld gelijktijdig remmen zonder de typische reactietijd van een menselijke bestuurder. Ook kan de tweede en/of derde chauffeur bijvoorbeeld uitrusten. Zijn wagen rijdt automatisch achter de eerste aan. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat de fitste chauffeur vooroprijdt. Er wordt in andere projecten nagedacht over de vraag of bijvoorbeeld het rijtijdenbesluit hiervoor aangepast kan worden. Dat zou heel belangrijk zijn voor de sector.”

Een ander veiligheidsissue is verkeershinder, bijvoorbeeld in- en uitvoegend verkeer. Breek je dan het platoon op? En hoe zorg je veilig dat ze weer samen kunnen rijden? Je zou op bepaalde routes zoals de A15 bij Rotterdam kunnen denken aan aparte rijstroken. Deze issues worden aangepakt in andere projecten en daar is Rijkswaterstaat, als grote belanghebbende, nauw bij betrokken. Rijkswaterstaat is ook initiatiefnemer voor praktijkproeven met platooning op de openbare weg vanaf 2017. Ons project is daar een voorbereiding op.”

2-Truck Platoon matching for collaborative planning is een project uit het NWO programma Vitale Logistiek waarin NWO, Dinalog en TNO in opdracht van de Topsector Logistiek en de Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken samen met bedrijfsleven en wetenschap werken aan innovatie in de logistieke sector.

Facts & Figures

titel project
2-Truck Platoon matching for collaborative planning

programma
Vitale logistiek

datum start augustus 2015

datum einde april 2017

Bijdrage NWO: 225.000

Projectleiding
Drs. Jan Burgmeijer, Programme manager TNO Mobility & Logistics

Projectpartners
Ortec
Port of Rotterdam
TLN
Smartport Rotterdam
JGT Transport
Internationaal Transport Overbeek bv
VDS Logistics
De RijkeTrucking BV
RSM/Ports & Global networks
TNO

Project output

Roadmap
Topsector Logistiek: 4C met een verbinding met Topsector HTSM

Vergelijkbare projecten:
Rijkswaterstaat Real Life Cases Truck Platooning 2017-2019
Topsector HTSM EcoTwin

Contact
TNO: Jan Burgmeijer
TKI Dinalog: Bas van Bree
NWO: Inge van Leeuwen