Slimme servicelogistiek zorgt voor minder ‘down-time’

Stilstand, ofwel ‘down time’, van machines en vervoersmiddelen, zoals treinen, kost geld. En dus willen we dat onze defecte machines zo snel mogelijk gerepareerd worden. Bij spare parts logistiek draait alles om snelheid. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven ontwikkelen concepten die leiden tot minder ‘down time’ van de kapitaalgoederen. Daarnaast wordt de aansturing van de servicelogistieke keten verbeterd. En tot slot wordt gekeken naar hoe servicelogistiek al bij het ontwerp van de machines kan worden meegenomen. Een en ander in relatie tot de totale kosten van het apparaat gedurende de levenscyclus. Projectpartners bij het onderzoek, onderverdeeld in drie deelprojecten, zijn ASML, chipmachinefabrikant, en NedTrain, verantwoordelijk voor het onderhoud aan de treinen van onder andere de NS.

Bij het eerste deelproject is onderzocht waar de verschillende reserveonderdelen het beste opgeslagen kunnen worden. Hiervoor is name samengewerkt met ASML. De chipmachinefabrikant heeft verschillende typen magazijnen (lokaal, continentaal en één wereldwijd centraal magazijn) voor verschillende typen servicecontracten. Er zijn klanten die heel snel bediend moeten worden en waarbij de levering van een reserveonderdeel gemiddeld maar enkele uren mag duren. Deze leveringen worden bij voorkeur gedaan vanuit een lokaal magazijn. Bij een tweede type contract wordt er standaard geleverd vanuit het continentale magazijn, tenzij het onderdeel niet voorradig is en vanuit het centrale magazijn moet komen. Bij het derde type contract wordt er altijd geleverd vanuit het centrale magazijn. “Wij hebben een optimalisatiemodel ontwikkeld dat de juiste balans vindt tussen lokale en centrale voorraden spare parts”, zo vertelt projectleider Geert-Jan van Houtum, hoogleraar aan de TU/e. Het model wordt momenteel geïmplementeerd bij ASML.

Geert Jan van Houtum: “Wij hebben een optimalisatiemodel ontwikkeld dat  de juiste balans vindt tussen lokale en centrale voorraden van spare parts”

Ook het tweede deelproject betreft een rekenmodel. Dit project concentreert zich met name op de logistiek bij NedTrain. Ook hier gaat het om spare parts, zoals bijvoorbeeld de wielstellen van treinen. Hoeveel spare parts men in totaal op voorraad heeft wordt onder andere bepaald door de benodigde doorlooptijd voor het repareren van kapotte spare parts die terugkomen uit het veld. Van Houtum: “Als de reparatiewerkplaatsen hun doorlooptijden voor reparaties weten te verkorten, dan zijn er in totaal minder spare parts nodig. Wij kijken onder meer naar de ideale balans tussen de doorlooptijden (en bezettingsgraad) van de werkplaatsen en de investering in spare parts.”

Voorkomen is beter dan genezen. Materialen slijten, afhankelijk van het gebruik maar ook afhankelijk van de kwaliteit. Daarom kijken de onderzoekers ook naar wat machines in totaal gedurende hun hele levenscyclus kosten, de zogenaamde TCO (Total Cost of Ownership) en de ‘down time’. Van Houtum: “Misschien moet je bepaalde componenten en de machines als geheel anders ontwerpen. Dan wordt een machine wel duurder in aanschaf, maar dan hoef je een bepaald onderdeel niet, of minder vaak te vervangen. Een andere mogelijkheid is dat je de machine zo ontwerpt dat je onderdelen die vaker onderhevig zijn aan slijtage, snel en makkelijk kunt vervangen. Het is een lastige puzzel, maar het kan financieel veel voordeel opleveren.”

Het project is onderdeel van het NWO programma ‘TOP subsidies’ van NWO en draagt bij aan de innovatie van de logistieke sector.

Facts & Figures

Titel
Service Logistics for Advanced Capital Goods.

Programma
TOP

Start
2013

Einde
2017

Bijdrage NWO
€ 632.946

Aanstelling van
2 PhD’s en 1 postdoc.

Projectleiding
Prof. Dr, Geert Jan van Houtum, TU/e Faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences, Afdeling : Operations Planning Acc. & Control, leerstoel: Reliability, Quality and Maintenance

Projectpartners
Nedtrain
ASML
Technische Universiteit Eindhoven (TU/e)

Roadmap
service logistiek

Vergelijkbare projecten

Contact
TU/e: Prof. Dr. Geert Jan van Houtum
TKI Dinalog: Jasper de Graaf
NWO: Inge van Leeuwen