San Francisco: The Army
In een ecosysteem zijn er allerlei partijen die belang hebben bij de output van dat ecosysteem, of daaraan een bijdrage leveren. Dat geldt ook voor Silicon Valley en het Amerikaanse leger. Het leger in de Verenigde Staten heeft een bijzonder track record waar het gaat om innovatie. Heel veel zaken die we nu dagelijks gebruiken, van internet tot smart phone, zijn voortgekomen uit onderzoek van het leger. Een grote onderzoeksfinancier hier in de VS is nog steeds de Defense Advanced Research Project Agency (DARPA).
Het leger wat ook sterk aanwezig in deze regio, met een luchtmachtbasis, een marinebasis, en verschillende andere locaties. Dat is inmiddels allemaal wegbezuinigd. Het leger was dus een beetje de voeling met innovatie in Silicon Valley kwijtgeraakt, net op een moment dat ze eigenlijk ook niet meer zoveel innovatie zelf willen doen.
Om dit op te lossen is een nieuw instituut in het leven geroepen om toegang te krijgen tot de innovatieve producten die Silicon Valley met regelmaat van de klok uitspuugt. Dit instituut heeft de catchy name Defense Innovation Unit-Experimental, oftewel DIUx. Waar dit instituut op uit is, is om innovatieve producten te kopen voor gebruik in het leger. Men zoekt daarbij naar technologie die zit in de Technology Readiness Levels (TRL) 5-9. Dat is technologie die gedemonstreerd kan worden, al in ontwikkeling is, of klaar is om in de praktijk gebruikt te worden. Aankopen moet in twee stappen, aangezien je nooit weet of iets echt werkt. Dus ze kopen eerst een paar exemplaren, en als dat goed functioneert, willen ze grotere volumes kunnen bestellen. Om de links met Silicon Valley weer op te bouwen is men op zoek gegaan naar oud-militairen die in Silicon Valley bezig zijn met start-ups. Die zijn ‘partner’ bij DIUx gemaakt. Hiermee heeft het DIUx een hele goede toegang tot alle innovatie in deze regio.
Dit instituut probeert een paar barrières te overwinnen. De eerste is budget. Het instituut is neergezet zonder aankoopbudget, maar na een half jaar kwam men erachter dat je ook echt iets moet kunnen kopen, anders gebeurt er niets. De tweede is contracting. De overheid heeft een vrij omvangrijke regelgeving voor het inkopen van spullen. Dat moet aanbesteed worden, met open inschrijving, en conform vooraf opgestelde specificaties. Dat werkt niet bij innovatie, waar je sowieso vaak maar één partij hebt die iets levert. Er is nu dus uitzondering geregeld waardoor ze vanuit een experimentele aankoop bij dezelfde partij een grotere aankoop mogen doen. En de derde factor is tijd. Het leger heeft soms heel veel tijd nodig om van behoefte naar aankoop te komen. Dit kan zomaar jaren duren, en dat is voor innovatie met een cyclus van soms maanden totaal onwerkbaar.
Daar is nu ook een oplossing voor. Het DIUx publiceert uitvragen naar technologie, waar voorstellen op binnen komen. Dit lijkt een beetje op onze Nederlandse manier van innovatie-prijsvragen uitschrijven. DIUx reageert dan binnen 30 dagen, en dan volgt eventueel een vervolg.
Het belangrijkste inzicht hier is denk ik dat de overheid zich gerealiseerd heeft dat zij ook anders moeten opereren om toegang te blijven houden tot de innovatie-community. Dat is in de VS nog veel moeilijker dan in Nederland. Dus dat moet bij ons ook kunnen. In ieder geval is dit gesprek aanleiding om nog eens goed naar onze eigen procedures te kijken.
Morgen naar Jasper Technology om over the internet of things te praten.
Graag tot morgen.
Geef de eerste reactie