Vaccinatielogistiek over de grens

Na een volle werkweek die nog voornamelijk thuis vanachter een scherm plaatsvindt, spring ik zaterdagochtend vroeg op de fiets. Met een geel vestje en badge op weg naar het militair vliegveld in Brasschaat. Waar ik daar eerder vaak ging wandelen op het groene domein, fiets ik nu naar een grote loods waar het regionale vaccinatiecentrum is ingericht. Aan de slag als logistiek vrijwilliger. Een vrolijk ‘goedemorgen’ van collega-vrijwilligers luidt weer een drukke shift in.

De vaccinatiecampagne blijkt cruciaal om de druk op de zorg door coronabesmettingen te verlichten. In elk land verloopt dat net iets anders. Logisch gezien lokale verschillen in zorgsystemen, organisatiegraad, infrastructuur en cultuur. Als grenswerker merk ik de overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en België in de coronasituatie al anderhalf jaar op. Waar ik in Nederland betrokken ben geweest vanuit de kennis voor de vaccinatielogistiek, is het in mijn woonplaats in België vooral een combinatie van professionele nieuwsgierigheid en de wens om ook iets bij te dragen aan de zorg om uit deze pandemie te komen, dat ik mij opgaf als vrijwilliger bij het vaccinatiecentrum Noorderkempen.

Dit vaccinatiecentrum beslaat de Eerstelijnszone (ELZ, vergelijkbaar met een GGD regio) Noorderkempen, net over de grens tussen Bergen op Zoom en Breda tot de rand van Antwerpen. Het wordt naast een team van de ELZ bemand door vrijwilligers; dagelijks zijn er in twee of drie shiften tussen de 130 en 170 vrijwilligers actief, zowel in medische als logistieke functies. Al mijn collega’s zijn gemotiveerd om iets te kunnen bijdragen: de missie is een ‘veilige, vlotte en vriendelijke operatie’.

Het vaccinatiecentrum is met lokale kennis gekozen door de plaatselijke ELZ, rekening houdend met bijvoorbeeld bereikbaarheid. De mensen komen per fiets, auto, of directe pendelbus die is ingericht vanuit elk dorp in de zone. Mensen die moeilijk ter been zijn worden per riksja vanaf de parkeerplaats vervoerd, een belevenis dat prikken bijna tot een uitstap maakt. Het vaccinatiecentrum is ingericht op basis van een blauwdruk vanuit de federale overheid, inclusief een operationeel draaiboek met oppervlakte en personeelsfuncties, maar met ruimte voor lokale aanpassing.

Ik werk bijvoorbeeld bij de ingang voor het controleren en toewijzen aan één van de 8 vaccinatielijnen. Of bij de volgende stops in het vaccinatieparcours om de mensen efficiënt naar beschikbare verpleegkundigen te wijzen voor de anamnese of vaccinatie zelf. Of in de wachtruimte, waar mijn ehbo cursus van lang geleden helpt bij het inschatten of mensen onwel worden – veelal van warmte en nervositeit overigens. En ondertussen verbruik ik veel ontsmettingsmiddel om alles na elke bezoeker schoon te maken. Het is aanpoten; waar we in het begin zo’n 20 tot 25 mensen per vaccinatielijn per uur vaccineerden, zijn dat er nu meer dan het dubbele.

In Nederland hoor ik veel discussie over de digitalisering van ons zorgsysteem, met de uitdagingen voor uitnodigingen tot vaccinregistraties tot gevolg. Hier ben ik onder de indruk; Mensen worden naast per post ook per sms en email uitgenodigd; door een slimme datakoppeling met de mutualiteiten (zorgverzekeringen), mogelijk gezien het belang voor de algemene volksgezondheid. Met een landelijke reservelijstplatform worden mensen opgeroepen – op prioriteitsvolgorde – voor overschotten door afzeggingen. Ik kan mensen registreren in het vaccinatiecentrum met hun elektronische identiteitskaart, de aandoeningen en medicijnen worden zo ook gekoppeld voor monitoring, en ik registreer – verplicht – via de identiteitskaart de vaccinatie. Vlaanderen had al Vaccinnet waarin vaccinaties geregistreerd worden op basis van het Rijksregisternummer, deze is gekoppeld aan het zorgdossier. Dit systeem is uitgebreid en beschikbaar gesteld aan de andere gewesten onder de naam Vaccinnet+. Hierin worden dus alle vaccinaties verplicht geregistreerd ten behoeve van de monitoring, alsook de generatie van het EU reiscertificaat. Dat had ik dus half juni al.

Vanachter een mondkapje en op gepaste afstand kan ik een verschil maken voor mensen en af en toe begroet ik een bekende. En veelal ontvang ik dankbare reacties. Voldaan fiets ik weer naar huis, waar ik wel even met de benen omhoog op de bank plof.

Geef de eerste reactie